Baudouin Deville - Kathleen, van Brussel naar Leopoldstad

Léon Navez werd in 1900 in Bergen 1900 geboren.

In 1921 begon Léon Navez zijn opleiding aan de Académie de Bruxelles, waar hij lessen
volgde bij Herman Richir, Émilie Fabry, Jean Delville en Anto Carte, die als zijn geestelijke vader kan worden beschouwd en met wie hij in Firenze verbleef.
Léon Navez was een van de leden van de schildersgroep Nervia in 1928, een groep die beschouwd wordt als de Waalse tegenhanger van de eerste Latemse School. Op de tentoonstellingen van de groep exposeerde hij werken die doordrongen waren van een diepe en vaak beklemmende sfeer.

Hoewel zijn werk de stempel draagt van de schilder Anto Carte, is ook zijn bewondering voor de Toscaanse renaissance duidelijk aanwezig. Zijn favoriete onderwerpen zijn portretten, interieurs en stillevens. Het zijn thema’s die hij benadert als een bezield schilder.
Hij was professor aan de Académie royale des Beaux-Arts in Bergen van 1929 tot 1947 en aan de École nationale supérieure d’Architecture et des Arts visuels de La Cambre.

Léon Navez maakte fresco’s voor de tentoonstelling van Brussel in 1935.

Vanaf 1948 stileerde hij zijn composities in de traditie van Braque en Lhote, om daarna weer terug te keren naar de meer traditionele schilderkunst.

In 1956 reisde hij voor drie maanden naar Kongo, waar hij werken maakte die typisch waren voor dat land en die hem er later toe aanzetten voorkeur te geven aan zuivere lijnen.

In 1960 werd Léon Navez benoemd tot Lid van de Klasse der Schone Kunsten van de Belgische Academie van Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten.
De kunstenaar won talrijke prijzen, waaronder de Godecharle-prijs in 1924, de Prijs van Rome in 1928, de Henegouwse Prijzen 1930 en de Prijs René Steens in 1954.

De tentoonstelling, die uitsluitend is samengesteld uit werken van particuliere collecties wordt georganiseerd in samenwerking met de Léon Eeckman Stichting en neemt ons mee naar de vertederende en gevoelige wereld van deze kunstenaar die voortdurend op zoek was naar perfectie, vernieuwing en toegankelijkheid.